Sigmund Benda (1794 – 1848)

Voorzitter van het Consistorie (1842-1848).

Sigmund Benda was lid van de Centraal Joods Consistorie van België sinds de oprichting ervan (1832) en was er voorzitter van van 19 januari 1842 tot 13 februari 1848, kort voor zijn vroegtijdige dood. Afkomstig uit Furth, vestigde hij zich in 1823 in Brussel en was een overtuigd voorstander van de hervormingen van de liturgie van de Israëlitische cultus. Hij stond aan het hoofd van de radicale factie binnen de Brusselse Joodse gemeenschap die haar erediensthervormingen wilde modelleren naar die van bepaalde radicale gemeenschappen in Duitsland, zoals de gereformeerde gemeenschap in Hamburg. Samen met vooral Hartog Somerhausen pleitte hij voor een verlichting van het ritueel, veranderingen in de prediking en de creatie van een ritueel eigen aan België. Hij stierf geruïneerd in 1848, na een groot fortuin te hebben opgebouwd in de handel en een privé- woning te hebben betrokken op het Koningsplein. Hij was vrijmetselaar en lid van de Brusselse Loge van Filantropische Vrienden.

Sigmund Benda (1794 – 1848)

President of the Consistory (1842-1848).

A member of the Central Jewish Consistory of Belgium since its creation (1832), Sigmund Benda was its president from 19 January 1842 to 13 February 1848, shortly before his premature death. Originally from Furth, he settled in Brussels in 1823 and was a convinced supporter of the reforms of the liturgy of the Israelite cult. He led the radical faction within the Brussels Jewish community that wished to model its worship reforms on those adopted in certain radical communities in Germany, such as the Reformed community in Hamburg. Together with Hartog Somerhausen in particular, he pleaded for a lightening of the ritual, changes in preaching and the creation of a ritual specific to Belgium. He died ruined in 1848, after having built up a large fortune in trade and having occupied a private mansion in Place Royale. A Freemason, he was a member of the Brussels Lodge of Philanthropic Friends.

Sigmund Benda (1794 – 1848)

Président du Consistoire (1842-1848).

Membre du Consistoire central israélite de Belgique dès sa création (1832), Sigmund Benda en fut le président du 19 janvier 1842 au 13 février 1848, peu de temps avant son décès prématuré. Originaire de Furth, établi à Bruxelles en 1823, il était un adepte convaincu des réformes de la liturgie du culte israélite. Il conduira la fraction radicale qui, au sein de la Communauté israélite de Bruxelles, souhaitait calquer les réformes du culte sur celles adoptées dans certaines communautés radicales d’Allemagne, comme la communauté réformée de Hambourg. De concert avec Hartog Somerhausen notamment, il plaida pour un allègement du rituel, des changements dans la prédication et la création d’un rituel propre à la Belgique. Il mourra ruiné en 1848, après avoir bâti une importante fortune dans le négoce et avoir occupé un hôtel particulier place Royale. Franc-maçon, il fut membre de la loge bruxelloise des Amis philanthropes.