Jacques-Henri Dreyfus

Opperrabbijn van België (1880-1891).

Zoon van de rabbijn van Saverne, afgestudeerd aan de eerste rabbinale graad van het Rabbinaal Seminarie van Parijs waar hij van 1862 tot 1868 student was, begon Jacques-Henri Dreyfus in 1874 als rabbijn van Sedan. Het was op deze symbolische plaats van de Franse nederlaag van 1870 dat hij zich onderscheidde met talrijke door een vurig patriottisme gekenmerkte preken. Vervolgens volgde hij in januari 1880 de grootrabbijn Élie-Aristide Astruc op. Jacques-Henri Dreyfus bekleedde deze functie gedurende iets meer dan tien jaar voordat hij de post van opperrabbijn van Parijs aanvaardde. Zijn benoeming in Parijs gaf aanleiding tot een campagne in de pers tegen hem: ondanks zijn toespraken in de jaren zeventig en het feit dat hij na de nederlaag voor de Franse nationaliteit had gekozen, werd zijn patriottisme in twijfel getrokken omdat hij in het buitenland was gedetacheerd en zijn vader na 1871 in de Elzas was gebleven. Na het vertrek van de zeer liberale Astruc en onder impuls van zijn voorzitter Joseph Oppenheim, had het Centraal Israëlitisch Consistorie van België in 1881 een meer conservatieve geestelijke leider gekozen voor de Joodse gemeenschappen van het land. Ook was hij een discreter en minder geëngageerd rabbijn dan zijn voorganger was geweest. De opkomst van het politieke antisemitisme in Duitsland en vervolgens in Frankrijk, vooral na 1886, heeft het denken van Jacques-Henri Dreyfus aangewakkerd: zijn conservatisme was een terugtrekking in zichzelf; zijn scepticisme stond in schril contrast met het positieve geloof van zijn voorganger. Bovendien was de moraal waarnaar hij verwees rigide en veeleisend. Het verheerlijkte vroomheid en opoffering, zelfverloochening en verachting van lijden, d.w.z. vervolging. Hoewel Dreyfus beweerde lid te zijn van de Franse rabbinale school en dus van het moderne, geëmancipeerde Jodendom, leek het hem dat de opmars van het materialisme en de gevolgen daarvan onder de Joden, evenals de heropleving van anti-Joodse stereotypen in

politieke vorm, de doodsklok luidden voor het ongebreideld vasthouden aan de moderniteit en de waarden van de eeuw. Jacques-Henri Dreyfus hield vele preken gebaseerd op patriottisme en eerbied voor de religieuze traditie. Samengevat uit: Jean-Philippe Schreiber, Dictionnaire biographique des Juifs de Belgique. Figures du judaïsme belge XIXe-XXe siècles, De Boeck & Larcier, 2002, pp. 89-90.